Surah At-Takasur
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِيْمِ
اَلْهٰىكُمُ التَّكَاثُرُۙ١
Alhākumut-takāṡur(u).
[1]
Jullie gaan op in de wedijver om meer.
حَتّٰى زُرْتُمُ الْمَقَابِرَۗ٢
Ḥattā zurtumul-maqābir(a).
[2]
Totdat jullie in de graven terechtkomen.
كَلَّا سَوْفَ تَعْلَمُوْنَۙ٣
Kallā saufa ta‘lamūn(a).
[3]
Nee, jullie zullen het weten.
ثُمَّ كَلَّا سَوْفَ تَعْلَمُوْنَ٤
Ṡumma kallā saufa ta‘lamūn(a).
[4]
Nogmaals, nee! Jullie zullen het weten.
كَلَّا لَوْ تَعْلَمُوْنَ عِلْمَ الْيَقِيْنِۗ٥
Kallā lau ta‘lamūna ‘ilmal-yaqīn(i).
[5]
Nee! Als jullie het maar met zekere kennis zouden weten!
لَتَرَوُنَّ الْجَحِيْمَۙ٦
Latarawunnal-jaḥīm(a).
[6]
Jullie zullen zeker de Hel zien.
ثُمَّ لَتَرَوُنَّهَا عَيْنَ الْيَقِيْنِۙ٧
Ṡumma latarawunnahā ‘ainal-yaqīn(i).
[7]
Nogmaals, jullie zullen haar met een zeker oog zien.
ثُمَّ لَتُسْـَٔلُنَّ يَوْمَىِٕذٍ عَنِ النَّعِيْمِ ࣖ٨
Ṡumma latus'alunna yauma'iżin ‘anin-na‘īm(i).
[8]
Dan zullen jullie op die Dag ondervraagd worden over de genietingen.